41-42 WEKEN CONTROLE

Bij de termijnecho hebben we je uitgerekende datum bij precies 40 weken zwangerschap vastgesteld. Echter, maar 5% van alle vrouwen bevalt ook écht op die datum. Bevallen voorbij 40 weken is normaal. De gemiddelde dag waarop een baby geboren wordt is bij 40+4 weken zwangerschap. 20% van de baby’s wordt na 41 weken geboren. Na 42 weken ben je ‘overtijd’, ook wel ‘serotiniteit’ genoemd. 97% van de vrouwen bevalt vóór de 42 weken.

De normale periode om te bevallen is tussen 37 en 42 weken. Komt de baby eerder dan heet dat een premature geboorte. Prematuriteit brengt risico’s mee omdat de baby nog niet rijp is om geboren te worden. Ergens tussen 37 en 42 weken is de baby volgroeid en ‘rijp’ om te komen. Wanneer de baby er klaar voor is, verschilt per kind. We weten nog steeds niet precies hoe een bevalling op gang komt. We weten wel dat de rijpheid van de baby hier een grote rol in speelt en dat de baby als het ware een seintje aan de moeder geeft dat de baarmoeder in actie mag komen. De bevalling verloopt het vlotst en het veiligst voor moeder en kind als de baarmoeder rijp is voor de bevalling. Als na een gezonde zwangerschap de bevalling uit zichzelf begint is de kans op complicaties kleiner dan als de bevalling medisch wordt ingeleid. Voor een inleiding is bovendien een opname nodig. Afwachten is dus meestal beter dan ingrijpen.

Na 42 weken neemt de kans op complicaties voor je kindje toe, omdat de placenta dan minder goed gaat functioneren. Hierdoor kan de productie van vruchtwater afnemen, krijgt je kindje minder voedingsstoffen en treedt er vaker een situatie op waarbij een kind in nood kan komen. Omdat de risico’s na 42 weken toenemen, krijg je het advies om vanaf 42 weken onder leiding van de gynaecoloog te bevallen. Deze kan de conditie van je kindje dan zo goed mogelijk monitoren.

Rond 41 weken doen we op onze praktijk een extra controle om jouw conditie en die van je kindje te beoordelen. We meten je bloeddruk en maken een echo om de groei van je kindje en de hoeveelheid vruchtwater op te meten. Als je je goed voelt, er genoeg vruchtwater is en de baby goed groeit is er niets aan de hand en kun je de bevalling gewoon afwachten. Je kan ook op eigen wens ingeleid worden vanaf 41 weken. De kans dat de bevalling vanzelf op gang komt voor 42 weken is 64%.

We zullen alvast een afspraak voor je plannen in het ziekenhuis één dag of enkele dagen voordat je 42 weken bent. Bij deze afspraak wordt het advies voor een inleiding bij 42 weken besproken. In het ziekenhuis kunnen ze een hartfilmpje laten maken van je kindje, een CTG (CardioTocoGram). Bij het CTG krijg je twee banden om je buik die via een apparaatje de hartslag van je kindje en de samentrekkingen van je baarmoeder opmeten. Jouw eigen hartslag wordt geregistreerd via een sensor op je vinger. De registratie lezen ze na een half uur af, soms is het nodig om langer te registreren. Vanaf 42 weken dragen we jouw zorg over, maar mag je ons nog steeds benaderen als daar behoefte aan is.

Na 42 weken dragen we je zorg over aan de gynaecoloog, maar kun je ons gerust bellen als daar behoefte aan is!

Strippen

Om je te proberen te laten bevallen vóór 42 weken, kunnen we je vanaf 41 weken proberen te ‘strippen’. Via een inwendig onderzoek voelen we of je baarmoedermond soepel is en of er al ontsluiting is. Als dat zo is kunnen we ‘strippen’. We masseren je baarmoedermond, rekken deze wat op en woelen met onze vingers de vliezen los van de baarmoedermond. Hierbij komen prostaglandines (hormonen) vrij die de de baarmoedermond rijper maken en in 20% van de strippogingen het lichaam aanzetten tot weeën binnen 12 uur na het strippen. Bij de andere 80% van de vrouwen gebeurt er niets of ontstaan er voorweeën die niet effectief zijn. Het strippen voelt niet prettig en als het te pijnlijk is kunnen we direct stoppen. Strippen is pas bewezen effectief vanaf 41 weken en kent geen risico’s, behalve mogelijk wat bloedverlies na het strippen (dit is normaal) en voorweeën waardoor je meer energie verbruikt. Strippen heeft de meeste kans van slagen als het om de dag herhaald wordt.

‘Strippen’ is vanaf 41 weken bewezen effectief en leidt in 20% van de pogingen tot weeën binnen 12 uur na het strippen.

Inleiden

Ben je met 42 weken nog niet bevallen, dan dragen we je zorg over aan de gynaecoloog van het CWZ of Radboud UMC. Mocht het zo zijn dat de onderzoeken die we in de week vooraf doen afwijkingen vertonen, dan verwijzen we je eerder naar het ziekenhuis. Meestal word je dan ook eerder ingeleid.

Als het niet je eerste kindje is, kunnen we tussen 41+0 en 41+6 je vliezen breken als de baarmoedermond daar rijp genoeg voor is. Als je bevalling na het breken van je vliezen niet uit zichzelf op gang komt, verwijzen we je naar het ziekenhuis voor het opwekken van de weeën.

Er zijn verschillende manieren op een bevalling in te leiden. Welke methode gebruikt wordt hangt af van hoe rijp de baarmoedermond is en ook hoeveelste bevalling dit voor jou is.

• Als de baarmoedermond nog niet helemaal rijp is, dan wordt de inleiding gestart door vaginale tabletten of een ballonkatheter (een ballonnetje dat wordt opgeblazen in je baarmoedermond). Vaak komen daarna de weeën vanzelf op gang maar soms heb je nog een infuus nodig met weeënopwekkers.
• Als de baarmoedermond rijper is (je hebt dan 1-2 centimeter ontsluiting), dan wordt de inleiding gestart met het breken van de vliezen. Bij een eerste bevalling komt dit niet vaak voor.
• Een infuus met weeën-opwekkers wordt vaak pas in de tweede instantie toegepast. De baarmoedermond moet eerst rijp zijn. Als de vliezen zijn gebroken dan wordt je baby vaak binnen 24 uur geboren. Als de baarmoedermond bij inwendig onderzoek onrijp is kan een inleiding enkele dagen duren. Als een ingeleide bevalling lang duurt is de kans op medische ingrepen groter: er is vaker pijnstilling nodig en de kans op een keizersnede neemt toe. Bij De Verloskundige lees je meer informatie.

Heb je nog vragen of wil je meer informatie, dan is er altijd de mogelijkheid om met ons te overleggen tijdens het spreekuur of telefonisch.